ontstaansgeschiedenis
Het gebied van de Alblasserwaard bestond tienduizend jaar terug uit een zandvlakte met duinen welke gevormd werd tijdens de ijstijd (Holoceen). Door de tijd heen is het gebied omgevormd naar een veenweide gebied. Door het eeuwenlang afsterven van bomen, struiken en planten ontstond een metersdikke veenlaag. Op sommige plaatsen is die wel 14 meter dik. Tijdens opgraving zijn veeneiken gevonden die dateren van 2.700 voor Chr. Op enkele plaatsen steken de vroegere zandduinen nog door de veenlaag heen. Deze duinen worden donken genoemd.
De geografische begrenzing van de Alblasserwaard wordt gevormd door het omliggende water. Daar komt ook het woord ‘waard’ vandaan: ‘door water omgeven’. Samen de naam van het veenriviertje De Alblas is ook gelijk de samenstelling van de naam verklaard: De Alblasserwaard (eerste vermelding in het jaar 1383). Daarvoor werd de waard ook aangeduid als het ‘Land tussen Lek en Merwede’.
De waard wordt omsloten door de rivieren de Boven Merwede, de Beneden Merwede, de Noord, de Lek en aan de oostkant door het riviertje de Linge en het gegraven riviertje de Oude Zederik.
De rivieren langs veengebieden overstroomden regelmatig waardoor er slib en zand werd afgezet op de veenlagen. Zo ontstond kleiafzetting in het gebied. Bij het ontginnen van dit veengebied werd een afwateringssysteem ontwikkeld waarbij via een stelsel van sloten, weteringen en veenriviertjes het water werd afgevoerd naar de randen van de waard waar het water op de rivieren werd geloosd. Door de ontginning, het inklinken van de veenbodem en de hoger wordende waterstanden in de rivieren stopte het systeem van natuurlijke afwatering. Hulpmiddelen werden nodig om het water af te voeren. Dit leidde tot een systeem van kades, dijken, boezemwateren, molens, sluizen en gemalen.
De ontginning van de veengronden heeft de Alblasserwaard haar bijzondere karakter gegeven met de verschillende watergangen, de molens, de sluizen en gemalen en de monumentale boerderijen. De ontginningsblokken (slagen landschap) leverde nieuwe landbouwgronden op en vormde de basis van de dorpen langs de veenriviertjes met hun kenmerkende lintbebouwing. Deze dorpen hebben samen met de dijkdorpen hun oorspronkelijke landelijke karakter grotendeels behouden.
Aan de oevers van de rivier de Boven- en Beneden Merwede liggen de dijkdorpen Papendrecht, Sliedrecht, Giessendam en Hardinxveld waarvan de lintbebouwing aan elkaar is gegroeid. Door de scheepsbouw en metaalindustrie ontstond hier de verstedelijkte rand van de Alblasserwaard.
De Alblasserwaard telt zo’n 170.000 inwoners verdeeld over drie steden (Gorinchem, Nieuwpoort en Ameide) en tientallen dorpen en buurtschappen.
In serie blogartikelen zal stil worden gestaan bij de waterwerken, de boerderijen, de vestingwerken, de religie en de bouwwerken die de Alblasserwaard zo bijzonder maken.
Tip: de onderstaande kaart van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden (Bastiaen Stopendael, 1767) is zeer gedetailleerd en erg leuk om te bekijken. Je kunt hem gratis in hoge resolutie downloaden bij het rijksmuseum (zie de link onderaan het kaartje).
Bronnen:
Wikipedia, De Alblasserwaard (C.L. van Groningen), alblasserwaardfotograaf.nl, Rijksmuseum