informatieborden Alblasserpoort

informatieborden

In artikelen op deze site zijn foto’s opgenomen van informatieborden. De teksten op de borden zijn niet altijd goed te lezen en zijn daarom hier na te lezen.

Informatiebord Planetenwandeling Alblasserwaard

Namens de sterrenkundevereniging Christiaan Huygens heten wij u van harte welkom bij deze unieke planetenwandeling.

U gaat nu een planetenwandeling van ongeveer 4 km lengte door het Alblasserbos maken. Langs de route zijn negen beelden van de Zon en de planeten geplaatst in verhouding tot hun werkelijke onderlinge afstanden. De ring onderaan de beelden staat voor de diameter van de Zon. De planeten zijn binnen de ring in verhouding tot de Zon weergegeven door een gaatje of een staafje. Ze zijn allen ontworpen met een relatie tot de mythologieBehalve de beelden vindt u ook een aantal informatieborden langs de route.

De beelden zijn in opdracht van de vereniging Christiaan Huygens ontworpen door drie kunstenaressen, te weten:
Rieke van der Stoep: Mercurius, Venus en Aarde/Maan
Mieke de Waal : Zon, Mars en Jupiter
Jolanda Riedijk :Saturnus, Uranus en Neptunus

De route op de kaart hiernaast is ook door middel van richting paaltjes aangegeven. Ze leiden u vanaf de Zon, via de diverse planeten, uiteindelijk naar de planeet Neptunus. Onder aan elk beeld treft u een zgn. QR-code: aan. Als u deze code scant met uw smartphone of tablet, dan verwijst deze naar nadere informatie over de planeet of het beeld op de website van Christiaan Huygens, maar ook naar de betrokken kunstenares. In het gebouw van de Natuur en Vogelwacht “de Alblasserwaard” bevindt zich het clubhuis van onze vereniging. U kunt hier tijdens openingstijden nog meer informatie over de wandeling en folders over de vereniging vinden, maar u kunt er tegen betaling ook een kopje koffie, warme chocola of limonade etc. gaan drinken. Ook kunt u hier in de speciale spaarpot, een donatie aan de vereniging Christiaan Huygens doe nals blijk van uw waardering voor deze prachtige gratis wandeling.

De vereniging bezit onder andere een eigen sterrenwacht koepel. ‘s-Nachts kunt u bij helder weer met de telescoop de sterren en planeten bewonderen. Met het zonneobservatorium (heliostaat) kunt u bij helder weer zelfs overdag aan sterrenkunde doen, door de dichtstbijzijnde ster, onze Zonveilig te observeren.

Informatiebord Overtoom

In de Alblasserwaard waren in het verleden diverse overtomen aanwezig. in de volksmond werden ze ook overhalen genoemd. Zo’n overhaal diende om over de kade van de ene in de andere watergang te komen. Ze waren speciaal bedoeld om bootjes en schouwen over de kade heen te trekken. Bij de opkomst van het wegvervoer kwam er steeds minder scheepvaart in de polder. Omdat de noodzaak voor het gebruik van overhalen verdween, zijn de meeste in de eerste helft van de twintigste eeuw verdwenen. Een overhaal bestond uit een vlakke glooiing aan weerszijden van de kade en, als er geen weg op de kade aanwezig was, uit een verhard horizontaal stuk. Met behulp van een handler met grote handspaken werd het vaartuig dan op de helling getrokken en er via de andere zijde weer afgelaten. Onder het vaartuig bracht men dikke ronde stokken aan, waardoor het vaartuig kon rollen.

Langs de Alblas en de Graafstroom waren er nogal wat veehouders die zelf boter en kaas naar de markt in Dordrecht vervoerden. Meestal voeren ze in een groep met schouwen of kleine bootjes richting korenmolen De Hoop aan het Oosteinde in Oud-Alblas. Daar werd de schouw of het bootje via de overhaal In de Zandvliet gebracht. Vervolgens voer men langs dieselgemaal Polder Sliedrecht naar de Sliedrechtse Binnenvliet. Ten noorden van Wijngaarden kwam aan de rechterkant een vliet uit, genaamd Botersloot. Deze loopt naar het westen, ten zuiden van de provinciale weg achter Oud-Alblas. Bij de witte brug over de Veerweg kwam men via de Veersloot in Papendrecht. De Heerlijkheid Papendrecht zette de schippers over. De polders Sliedrecht en Papendrecht waren gescheiden door een dam. Ook daar was een overhaal. Het was een lange reis om de boter en kaas naar Dordrecht te kunnen brengen.

Informatiebord Donken

In de bocht van de provinciale weg N214 ligt een duidelijk waarneembare verhoging. De weg voert daar precies over de top van een donk, een zandduin waarop al in de prehistorie mensen woonden.

LAND VAN DE DONKEN
Donken zijn zandduinen die in de eindfase van de laatste ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden door opstuiving zijn ontstaan in de delta van Maas en Rijn. Dit pleistocene landschap van zand en grind ligt in de Alblasserwaard
gemiddeld tien meter onder het huidige oppervlak. Door de stijging van de zeespiegel zijn deze duinreeksen in de afgelopen duizenden jaren langzamerhand onder water geraakt en afgedekt met lagen klei en veen. Alleen de hoogste toppen steken hier en daar nog meters boven het maaiveld uit. De Schoonenburgse heuvel onder Nieuw Lekkerland is met vijf meter boven maaiveld de hoogste De Alblasserwaard telt 65 donken en wordt daarom wel het ‘land van de donken’ genoemd.

BEWONING
In de prehistorie vormden deze donken in het waterrijke milieu de enige plek die als verblijfplaats voor de mens kon dienen. In de diepere afzettingslagen rond alle donken in de Alblasserwaard zijn dan ook sporen achtergebleven van de
rondtrekkende jagergemeenschappen. Gedurende de Midden- en Late Steentijd (5500-2200 v Chr) richtten zij op de donken hun tijdelijke jagerskampen in. Met boomstamkano’s verplaatsten ze zich door het waterrijke gebied. Afval in de vorm van verbrand hout en bot, maar ook werktuigen van bot of vuursteen en aardewerk dat in het omringende water terecht kwam is door latere afzettingen afgedekt en perfect bewaard gebleven. Daarom vormen de donkhellingen voor de wetenschap een unieke gegevensbron over het leven in de oudheid. Ook toen het veengebied vanaf de 10e eeuw werd ontgonnen, koos men bij voorkeur de donken als woonplek. Voorbeelden van donknederzettingen zijn
Streefkerk, Brandwijk (buurtschap de Brandwijkse donk), de Slingelandse Buurt, Hoornaar en Hoog-Blokland.
De donken profileren zich steeds duidelijker in het landschap omdat het veengebied door ontwatering en oxidatie blijft zakken en donkzand niet

WINGERDSE DONK
Bij de bouw van het nieuwe gascompressorstation in de noordwestelijke hoek van de Wijngaarden werden in op de dieperliggende uitloper van deze donk sporen van menselijke aanwezigheid aangetroffen in de vorm van verbrand bot, houtskool, deels verbrande hazelnootdoppen en stukjes vuursteen (datering 5300-4400 voor Chr.). De vindplaats heet formeel wel de Wingerdse donk, maar het hoogste punt ligt eigenlijk onder de provinciale weg in het poldertje Matena-Zuid.

KOOIPLASSEN
Achterin de polders lagen vroeger de eendenkooien. In tijden van armoede zoals na jaren van overstroming of veeziekten kon de boer met “vogelen en vissen” voor zijn gezin aan wat extra voedsel komen. De kooiplassen lagen altijd in de meest rustige zones achterin de polder. Het waterwild dat in de plas rondzwom werd door de kooiker met voer vanachter rietschermen de vangpijpen ingelokt en mét hulp van zijn hondje verder “de pijp uit” gejaagd richting vangbak. Door de intensivering van de veelteelt en zuivelproduktie in de 19e eeuw heeft men de meeste kooiplassen laten dichtgroeien en zijn ze opgenomen in het weiland.
Westelijk van de donk lagen op het 6e en 8e kavel vroeger twee kooiplassen. Een geoefend oog kan de vroeger plek van de kooien herkennen aan een afwijkende begroeiing.

Informatiebord stroomruggen

BULTEN IN DE WEG

In en rond het recreatieterrein Oud Alblas (het kippenbos) liggen in de onder- grond enkele stroomruggen. De buiten in de weg verraden waar deze ruggen de Elzenweg en de Provinciale weg passeren.

De ruggen zijn ontstaan door verlanding van een uitgebreid vloedkrekenstelsel in de West Alblasserwaard, kort voor het begin van de jaartelling. De kern van deze ruggen is zandig en klinkt daardoor minder in dan het omringende veen en de komklei, waardoor de ruggen hoger in het landschap zijn komen te liggen (landschapsinversie).

Uit gevonden aardewerkscherven blijkt dat deze (vruchtbare)ruggen in de Romeinse tijd werden bewoond door inheemse boeren (50-250 na Chr). Deze boeren leverden o.a vlees en huiden voor de romeinse legers die in de castella langs de Limes (de rijksgrens langs de Oude Rijn) gelegerd waren.

De stroomruggen lopen in oostelijke richting uit in de polder Bleskensgraaf waardoor de bodem hier nog kleiig is en plaatselijk licht glooiend.

Oostelijk van de kruising met de Wijngaardse weg zijn deze kleiafzettingen verdwenen en bestaat de ondergrond vanaf het maaiveld uit veen. We zijn dan aangeland in het centrale veengebied waarvan het oppervlak vóór aan de ontginning zo hoog lag dat het door het vloedwater (en dus de kleiafzettingen) vanuit de riveren niet werd bereikt (zie afb. 3).

OUDE DIJKDOORBRAKEN EN WIELEN

Je zou het hier zo midden in de polder niet verwachten maar op deze plek brak in de late middeleeuwen de dijk door en vormden zich de eerste wielen. De oorzaak ligt in de ondergrond.

De Peilkade (direct oostelijk van de Peilmolenweg) maakte in de 13e eeuw samen met de Matenase scheidingskade en de Zijdeweg deel uit van de eerste ringdijk om het centrale veengebied van de Alblasserwaard (zie afb. 3)

In de Peilkade lagen vroeger twee een kleine wielen, overblijfselen van middel- eeuwse dijkdoorbraken. De doorbraken zijn ontstaan op de twee zwakste plekken, namelijk waar het zand van stroomruggen de Peilkade kruist.

Bij hoog water maakt kwelwater het zand op zulke plekken min of meer vloeibaar waardoor de dijk daar inzakt of verschuift (Dit verschijnsel noemen we piping). Dijkdoorbraken veroorzaken een diepe kolk, waardoor dijkherstel op dezelfde plek niet mogelijk is. Daarom werd een nieuw dijkstuk om het wiel aangelegd. En dat verklaart dus de twee vreemde bochten in de Peilkade

Een van de twee wiel-bochten is nog enigszins herkenbaar, namelijk daar waar de Elzenweg aansluit op de Peilkade. Verder verwijst ook een recent aangelegd bosmeertje nog naar de vroegere doorbraken (zie afb1). Beter zichtbaar zijn de twee vergelijkbare wielen in de oude Zijdwende (Zijdeweg) tussen Oud-Alblas en Streefkerk.

Vergelijkbare berichten